Totaal aantal pageviews

zondag 20 februari 2011

Hoeder van herinneringen

Hoeder der herinnering Tegen het eind van de winter , een mooie zonnige dag, een vleugje lente in de lucht, besluit ik eens te gaan kijken hoe mijn tuin erbij ligt. Ik ben vooral benieuwd naar de sneeuwklokjes. Alhoewel ik op enig ander moment waarheidsgetrouw iets anders zou kunnen zeggen, denk ik nu oprecht dat dat mijn lievelingsbloemetjes zijn. De stoerheid en vrolijkheid straalt ervan af, als ze hun vrolijke belletjes ontvouwen boven de sneeuw of tussen de verdorde bladeren. Het wonderbaarlijke vermeerderingsproces houdt me elk jaar weer in spanning over waar en hoeveel er dit jaar weer op zullen komen. Ze zijn ooit begonnen als een klein polletje dat ik had meegenomen uit mijn moeders tuin, die haar sneeuwklokjes weer had uit de boomgaard van de boerderij van mijn lang vergane grootouders. De boerderij en de landerijen eromheen zijn allang ontraceerbaar opgeslokt door een industrieterrein. Dat eerste polletje is het goed gaan doen in mijn tuin en bedekt nu met vele steeds uitdijende pollen de kale grond en wekt enthousiaste verwachtingen op voor het komend tuinseizoen. Ik moet wel toegeven dat ik af en toe een polletje op de Albert Cuyp markt gekochte en uitgebloeide bolletjes mee naar de tuin heb genomen en daar in de grond gestopt. Dat ga ik trouwens nu ook doen. Maar tegelijk ga ik een klein stukje van het eerste polletje dat ik daar plantte afsteken. Met het polletje in een plastic tasje van de Hema, fiets ik naar Zorgvlied. De tranen schieten in mijn ogen door de gure wind. Ik had ook een andere dag kunnen kiezen. In het familiegraf liggen ze allemaal, mijn vader, mijn broers en nu, sinds een jaar, ook mijn moeder. De begraafplaats maakt me niet verdrietig, wel nadenkend. Ik loop een vaste route en begroet de vertrouwde graven met erkenning. Ik bekijk ons graf kritisch en mompel iets in mezelf als ’Nou, dat ligt er nog aardig bij, of ‘Er moet nodig wat aangedaan worden’. Ik ga in de weer met een schepje en een harkje en poot de sneeuwklokjes op een geschikt plekje. Daarna haal ik bij de put wat water, in een door de begraafplaats beschikbaar gestelde groene gieter en boen met een meegebracht afwasborsteltje de schuin liggende steen van mijn moeder schoon. Mijn vader en mijn broers kijken een beetje spottend op me neer, maar ik verbeeld me dat mijn moeder het erg zou waarderen als ze me zo bezig zag. Een roodborstje strijkt neer op de naastliggende steen en kijkt nieuwsgierig naar wat ik aan het doen ben. Mijn moeder hield van vogels, ik bedenk dat ik de volgende keer een vetbolletje mee moet brengen. Tot slot steek ik een in rood plastic gevatte votiefkaars aan. Ik doe een stapje achteruit en ben tevreden over het resultaat. Door de afstammelingen van de sneeuwklokjes uit mijn grootouders tuin hier te planten, heb ik het gevoel dat de cirkel rond is. Ik laat tot me doordringen dat ze nu allemaal dood zijn. Ik blijf achter als hoeder van herinneringen. Is dat waarom ik ben gaan schrijven?

3 opmerkingen:

  1. Ik denk het wel.. Het is prachtig weergegeven, dit verhaal. Ik lees graag nog meer van je! Fijne dag!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wat kun jij prachtige verhalen schrijven.
    Zo worden eenvoudige herinneringen een waar document.
    Een zonnige dag gewenst

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Fijn dat je af en toe weer schrijft.
    Dit was een heel mooi logje, ik las het met genoegen! Voor mij mogen er dus meer komen, hoor!
    Janny

    BeantwoordenVerwijderen